De fiets

16 oktober 2018 - Lusaka, Zambia

Het luipaard is is het moeilijkst te vinden dier van de Big Five: leeuw, olifant, neushoorn, buffel en luipaard. Velen die in Afrika zijn geweest hebben het dier nog nooit gezien.

Vanavond ga ik mee op een sunset/night drive. Tot aan de rivier hebben we alleen maar last van vliegen en tsee-tsee vliegen. De gevleugelden steken door de kleding heen. Normaal gesproken steekt de chauffeur op de auto tegen deze krengen een bakje met gedroogde olifantenstront aan en hangt het aan de trekhaak, maar vandaag is hij zijn lucifers vergeten. Bij de rivier is een plekje waar we onder het genot van een drankje, chipje en pindaatje de zon zien ondergaan. De rivier is ondiep. In de reflectie van de zon op het water steekt een groep van 10 olifanten over. Bijna aan de kant beginnen ze te rennen. Het geluid van het opspattende water lijkt wel op een waterval. We nemen afscheid van de nijlpaarden en krokodillen en rijden verder. 

Een zoeklicht wordt ontstoken. We zien verschillende antilopen soorten en een olifantenmuis, een soort kleine rat met een olifanten snuit. In het licht van de schijnwerper duikt plotseling een luipaard op. Het dier loopt langzaam weg, maar we kunnen het zeker 10 minuten volgen totdat het in de struiken verdwijnt, wat een fenomenaal mooi dier.

De rit gaat verder en we zien in het struikgewas een paar olifanten. Terwijl we ze al gepasseerd hebben krijgt een van de giganten het op zijn heupen en rent in volle vaart over de weg, luid trompetterend met klapperende oren op 15 meter achter ons aan. Hij geeft het op, maar we hebben geen idee waarom hij achter ons aankwam.

Het zien van een lesser bush baby, een soort aapje dat op de weg hupt als een kangoeroe, en een bush pig sluit onze tocht af,

De groep die ‘s morgens een drive heeft gemaakt heeft nagenoeg niets gezien. De groep wandelaars had leuke dingen gehoord, maar ook weinig gezien.

We beginnen de laatste park dagen met een reis naar het stadje, Mumbwa, waar we inkopen doen. Vanaf daar gaat de rit verder over een zanderige hobbelweg. Op 25 kilometer voor de lodge staan beide kanten vanaf de weg volop in brand. De weg is nauwelijks zichtbaar vanwege de rook. Toch rijden we door. Het gaat goed.

10 Kilometer verder, de Kafue rivier. Een pontje scheidt ons van de overkant. De truck rijdt er langzaam op en wij lopen erachter aan. Aan de overkant wordt de actie in omgekeerde volgorde gedaan; de vrachtwagen stopt terwijl hij met zijn voorwielen al op het droge staat. Hij geeft opnieuw gas, maar in plaats van verder de kant op te rijden duwen de ronddraaiende achterwielen de ferry weg. De achterbumper zit vast op de oprijklep van de boot. Door de motoren in verschillende standen te zetten wrikt de bootskapitein zijn pontje los, maar de achterwielen zakken verder in het water. De DAF heeft niet de capaciteit om zich er zelf uit te trekken. We hebben hulp nodig, maar met al de bij ons hebbende techniek kunnen we niemand bereiken: geen netwerk. De mannen van de pont hebben ook geen radio.

Een van de scheepsjongens wordt naar de overkant gebracht en rent weg. Na een kwartier komt hij terug met een fiets, steekt weer over en gaat over een zanderige weg op pad om 15 kilometer verder bij de lodge hulp te halen. Wij verzamelen hout voor een kampvuur en bereiden ons voor om de nacht te moeten doorbrengen bij de pont. Na zonsondergang gaat de vlam in het gesprokkelde hout.

Anderhalf uur later komt er een klein vrachtwagentje aan met twee of drie gezinnen, al even onderweg, om naar een feest te gaan. De chauffeur durft zijn vrachtwagen niet voor onze truck te zetten om ons eruit te trekken. Zij kunnen nu ook niet verder omdat onze truck alles blokkeert. 

Na twee uur komt een 4WD van de lodge met de fiets erop aangereden. De jeep wordt voor de truck gezet en langzaam komt alles in beweging. De truck is uit het water.

In het donker, onder het geluid van op afstand brullende leeuwen, zetten we onze tenten op. De manager van de lodge wil nog een maaltijd voor ons bereiden en zo sluiten we de dag af.

De morgen en ochtend gamedrive vallen tegen. De gids/chauffeur/spoorzoeker heeft te veel taken. Hij racet met zoveel snelheid over het terrein dat het lijkt alsof hij de ferry nog moet halen. De wandeltocht daarentegen is zeer informatief.

We verlaten Kafue River lodge. Om in Lusaka te geraken is de weg tot aan Mumbwa hetzelfde. Nu wordt bij de pont, nadat we de bemanning uit bed hebben getoeterd, goed overlegd hoe de truck erop en eraf moet rijden. Een trekker is vanaf de lodge meegereden voor het geval dat......, maar zijn paardenkrachten hebben we deze keer niet nodig.

Een stuk verder lopen we op een andere hindernis. Een nog smeulende boom is door een recente bosbrand in brand gevlogen en daardoor dwars over de weg gevallen. Een kleine de-tour door het bos brengt de oplossing.

We hebben de brousse verlaten, zoals onze Belgische Anne en Leen zeggen. Niet alleen de jungle zeggen we gedag, maar ook de talrijke tsee-tsee vliegen.

Achteraf had de 2x honderd kilometer hobbelen naar Kafue River lodge via Mumbwa weinig toegevoegde waarde voor het zien van niet geziene dieren, maar de natuur is wel erg mooi.

Rond Mumbwa is veel landbouw. Vanwege het einde van de droge tijd groeit er weinig.

De campsite in Lusaka ligt aan de andere kant van de stad dan we aankomen. Na een klein uur file rijden komen we moe aan.

Nog een nacht in de tent en de eerste zes deelnemers verlaten ons na 3 weken.

P.s. Vanwege het niet beschikbaar zijn van internet was vorige blog te laat en is deze te vroeg!

Foto’s