Kokosnoot

17 april 2016 - Sanur, Indonesië

Wat een aardige verrassing vanmorgen buiten op de tafel voor mijn kamer toen ik naar het restaurant liep om te ontbijten. De dames van de roomservice hadden er een mand met fruit met erboven op een Afrikaantje neergelegd. Minder prettig vond ik het toen ze, na het schoonmaken van mijn kamer, de mand binnen op tafel hadden gezet. De geste was zeer aardig, maar de praktische consequentie een stuk minder. De hele tafel inclusief de fruitmand zat vol mieren. De mand heb ik opgepakt en linea recta weer op de tafel buiten neergezet. De achtergebleven mieren binnen op tafel heb ik naar het hiernamaals gestuurd. De reden waarom ze de mand er hadden neergezet is me nog steeds niet duidelijk. Ik ben niet jarig, niet ziek, zelfs niet aan de diarree en de dames verafgoden me ook niet, want dan hadden ze er wel een wierookstokje bijgestoken. Het was een behoorlijke mand met 6 verschillende soorten fruit, waaronder de Markisah (passievrucht) en de Salak (slangenvrucht).
Afhankelijk van het seizoen kent Bali veel soorten heerlijk vers fruit. Toch kunnen sommige vruchten niet tippen aan het fruit dat ik elders in de wereld gegeten heb. Het lekkerste stukje ananas kreeg ik ooit tijdens een 4wd tour op Madagascar en de lekkerste gele mango's at ik op Camiguin Island in de Filippijnen.
Net als kokosnoten groeit de Salak aan palmen. Hoewel we altijd over palmbomen spreken zijn palmen geen bomen. Ze hebben wortels, een stam en een bladerdek, maar de stam kent, zoals bomen, geen jaarringen. In de loop der jaren wordt de stam van een boom dikker; de stam van een palm niet. Die blijft zijn hele leven lang even dik. De oorzaak ligt in de groeiwijze. Die is anders dan bij een boom. De stam van een palm wordt gevormd door opeengestapelde bladvoeten waarvan de bladeren zijn afgevallen. Zo zijn kokosnoten ook geen noten, maar steenvruchten.
Kokospalmen zie je vaak langs het strand. Ze kunnen tegen zilt water en in de schaduw van hun gebladerte is het heerlijk relaxen, maar........er zit een risico aan. Als een kokosnoot op jouw kokosnoot zou vallen, is het einde vakantie of in het ergste geval, helemaal einde oefening. Om die reden zie je vaak in resorts kokospalmen zonder kokosnoten. Voorheen klommen jongens c.q. mannen als apen de hoge palmen in en haalden de kokosnoten eruit. Het risico om eruit te kukelen was inherent aan het beroep. De kokosnoten zijn gebleven, maar de eeuwenoude vaardigheden om in de palmen te klimmen zijn, in het mobieltjes tijdperk, verdwenen. Met lange, lange ladders wordt er nu in de resorts gesjouwd om de kokospalmen te ontdoen van hun vruchten.
Net om de hoek bij het hotel, vóór het strandterras van de buren, wordt jonge kokosnoot, Nyuh Gadang op zijn Balinees, te koop aangeboden en aangeprezen voor het lessen van dorst. Dagelijkse consumptie van dit kokoswater schijnt gezond te zijn, vooral voor degenen die aan lijnen doen. Dezelfde kokosnoot wordt ietsjes verder door in de stalletjes op de parkeerplaats voor de helft van de prijs verkocht. De stoeltjes waar je daar op mag zitten zijn weliswaar simpele krukjes in plaats van luxe plastic stoelen, maar in geval van dorst deert dat niet. Aan de rand van deze parkeerplaats vinden op gezette tijden ook lijkverbrandingen met bijbehorende rituelen en ceremonies plaats. 
Een paar dagen geleden lag ik 's morgens te genieten in het zwembad. De zon scheen, de lucht was helder blauw en de temperatuur van het water verrukkelijk. De rand van het zwembad loopt vanuit het water heel geleidelijk omhoog, zodat er een beetje water opstaat. Terwijl ik rond aan het dobberen was, kwamen er parelhalstortels, voor leken: kleine duifjes met streepjes in hun nek en rode pootjes, aangevlogen. Ze landden op dat schuine randje met water, zakten door hun pootjes en zaten zo met hun buikjes in het water. Zij genoten net als ik van het overheerlijke zwembad. 
Wat later hoorde ik vanuit de richting van de parkeerplaats gamelan muziek. 
Na mijn zwemsessie, een douchepartij en koffie liep ik richting parkeerplaats. Daar had een begrafenisceremonie plaats gevonden. De familie, priesters en genodigden kwamen net van het strand afgelopen. De stellage met de lijkbaar en kist kist brandde nog volop. 
Het einde van zo'n ceremonie is dat een priester de as van de overledene verzamelt, deze in een bewerkte kokosnoot doet, een soort urn, en het geheel naar zijn laatste rustplaats brengt, de zee.
Opwinding van andere aard was er gisteravond bij het restaurant annex bakery waar ik regelmatig op het strandterras in de schaduw van een Ketapang boom mijn koffie drink. Terwijl ik erlangs liep hadden ze net een zeeslang van wel een meter lang naar buiten gewerkt. Het beest had blijkbaar ook trek in wat afwisseling: een mango taartje of een stukje cheese cake in plaats van het gebruikelijke maaltje vis. Onder veel belangstelling, waaronder krijsende vrouwen, werd het gestreepte dier met een lange bamboestok, soms uithalend naar de bamboestok, richting strand gedirigeerd en vervolgens de zee in, waarin het verdween.
Op de plek waar de slang te water ging, zwommen vanmorgen weer rustig mensen rond.
Overal en nergens kom je in de tropen wel eens een kakkerlak of een rat tegen. Na het slangenverhaal liep er bij mijn hotel in het donker ineens een rat voor me. Op de een of andere manier kon hij nergens onder wegschieten en kwam hij terug mijn kant op. Ik wilde hem een schop verkopen, maar in een split second bedacht ik me. Met mijn voetbaltechniek en zijn snelheid was de kans niet geheel ondenkbeeldig dat ik hem zou missen, en dat hij vervolgens mijn broekspijp zou inschieten met alle gevolgen vandien.
De rat kon nu zijn eigen weg vervolgen en teruggaan naar zijn kroost, de slang kon in zee weer op zoek naar een uitgebreid vismaal, en ik..........., ik kon ongeschonden mijn kokosnoot te rusten leggen op mijn zachte hoofdkussen.

1 Reactie

  1. Monique:
    17 april 2016
    Een prachtig (en leerzaam) verhaal.