Cool

22 april 2018 - Khao Lak, Thailand

In een pick-up met verlengde cabine word ik maandagmorgen na het ontbijt opgehaald door 4 man: Saw, haar dochter, een nicht en een neef. We gaan naar naar Sa Morakot, de Emerald Pool, om te zwemmen. Onderweg pikken we Ied met haar 3 dochters op. Zij springen achter in het open bakje. -De boete voor het niet dragen van autogordels is 5000 Baht, maar los achter in een open laadbak op de vloer zitten, is geen probleem-
Ook nu ben ik weer uitgenodigd voor een voor mij onbekend programma. Bij het P(rovincial) E(lectricity) A(uthority) kantoor in Krabi halen we de man van Saw op.
Na 5 minuten stoppen we weer, maar nu bij een Chinees DimSum restaurant om te ontbijten. Dat heb ik net al gedaan, dus sla ik deze vroege-ochtend Chinees over.
Het is nog 70 kilometer te gaan. Nogmaals wordt er gestopt, maar nu voor het inslaan van proviand. Gedurende het laatste gedeelte rijden we afwisselend door oliepalm en rubber plantages, mono cultures die vanaf hier tot aan Singapore reiken.
De natuurlijke pool ligt in een bosrijk gebied met een kalkstene bodem, en wordt gevoed door het overvloedige bronwater van de omgeving middels een uniek aquatisch ecosysteem met heldere minipools, watervallen en mineraal-rijke stroompjes.
In het bos staan honderden soorten tropische bomen en planten. Tevens zijn er hotsprings waarvan het water uit de dieper gelegen vulkanische ondergrond naar boven komt. Het geheel wordt gecompleteerd door enkele zeldzame soorten vogels, waaronder Gurney’s Pitta. Deze vogelsoort leeft voornamelijk op de grond in tropisch laaglandregenwoud, maar omdat hiervan veel verdwijnt ten faveure van oliepalmplantages, verdwijnen ook de vogels.
De kinderen hebben helaas alleen maar oog voor het zwemmen en daar moet ik me aan confirmeren. Na anderhalf uur poedelen sluiten we de zwemsessie en nemen dezelfde weg in omgekeerde richting. Onderweg wordt nog een gebraden kippetje voor vanavond gescoord.
Na 3 weken bijna op het strand geleefd te hebben neem ik afscheid van de families en alles wat er omheen zwerft. De taxi, die me naar een minivanstation in the middle of nowhere nabij Krabi gaat brengen, staat om half elf voor de deur. Ik verhuis van de provincie Krabi naar de provincie Phang Nga met Khao Lak als plaatsnaam.
De chauffeur zet al snel, druk bellend, de sokken erin. Op de snelweg schiet dat lekker op maar in de heuvels met kronkelende en draaiende wegen voelt het minder prettig voor de maag. Gelukkig zit ik niet achterin en blijft alles binnen. Ook nu weer passeren we vele donkere oliepalm en rubber plantages, wat het landschappelijk niet aantrekkelijk maakt. Het zorgt voor een saaie rit.
Khaolak is een 25 km langgerekte kuststrook van om en nabij 2 km breed met vele prachtige stranden en daarachter een heuvelrijke jungle. Resorts zijn er in overvloed en allemaal relatief nieuw. Het gebied werd erg hard geraakt door de tsunami in 2004. Er waren 6000 doden te betreuren en bijna alles werd weggevaagd,
Mijn hotelletje heet CasaCool, een klein -12 kamers- kleurrijk vriendelijk leuk onderkomen op 10 minuten lopen van het strand. Het ruime ontbijt is nu eens niet op het strand, maar op de parkeerplaats. De was wordt gratis gedaan en als je ergens heen wilt, brengt Cai, de eigenaresse, je gratis weg.
Een politieboot, die tijdens de tsunami voor de kust patrouilleerde omdat een deel van de koninklijk familie in een resort verbleef, werd door de vloedgolf 2 kilometer landinwaarts neergekwakt en ligt daar, op 5 minuten lopen van het hotel, nog steeds als aandenken.
Cai heeft me zojuist afgezet op Coconut Beach, een van de mooiste stranden van Khao Lak met prachtig wit zand aan de rand van een klapperbomen plantage. Ze wil me later op de dag weer komen ophalen, maar ik zeg: “ik loop wel terug”. Verbaasd antwoordt ze: “dan zie ik je vanavond wel”. De terugweg over het strand is ruim 8 km.
Op geen enkel kaartje zie ik dat ik 5 riviertjes of ingangen van lagunes zal gaan tegenkomen. Het is opkomend tij, en daarom slim om er meteen vaart in te zetten, zodat ik tegen het einde van de tocht niet teveel door rul zand hoef te lopen.
De eerste hindernis is gemakkelijk te nemen. Voor de tweede en derde moet ik een stuk landinwaarts om via een brug verder te kunnen. De vierde is een groter probleem. Er is geen brug en het water is al behoorlijk gestegen. De enige oplossing is een stukje langs de lagune lopen tot waar het wat minder diep is met niet al te veel stroming, de kleren uit en door het water waden. Mijn zwembroek...... heb ik niet bij me, die zit in de was. Tot aan mijn kruis reikt het warme zeewater.
Bij de laatste hindernis heeft de natuur me geholpen. Onder invloed van eb en vloed en de wind is er een duintje gevormd waardoor de ingang van de lagune met zand is afgesloten. Zo kan ik, dankzij moeder natuur, gewoon doorlopen.
Hier en daar lag langs het strand ligt een lodge waar de weinige toeristen, het is laagseizoen, lekker rond het zwembad in een luie stoel liggen te bruinen, maar waar ik het nodige water kan tanken.
Veel zand, keien, dood koraal en heremiet kreeftjes kom ik tegen, maar verder is het erg rustig langs het soms uitgestrekte strand, zelfs zwerfhonden blijken hier niet te vertoeven.
Inmiddels is het vloed geworden onder een hoog staand heet zonnetje. Het lopen gaat moeilijker omdat ik genoodzaakt ben hoger op het strand door het rulle zand te ploeteren.
Ruim 4 uur na vertrek sta ik weer in CasaCool, drijfnat en moe. Ook mijn zweetkliertjes hebben weer hard gewerkt to keep my body cool.

Foto’s

1 Reactie

  1. Antoinette:
    24 april 2018
    Het ziet er toch allemaal mooi en anders dan hier uit.